Afkomstig uit een gezin waarvan de vader eerst slager en daarna gemeenteambtenaar was, studeerde De Cloe politicologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en raakte als fractieassistent in de Amsterdamse politiek verzeild.
In 1971 nam hij zitting in de gemeenteraad. Na, vanaf 1973 het fractie- voorzitterschap te hebben uitgeoefend werd hij het jaar daarop wethouder met in zijn portefeuille economische en sociale zaken, publieke werken en stadsontwikkeling. Als wethouder trad hij altijd sterk en doortastend op wat hem niet altijd in dank werd afgenomen.

In 1978 hield hij de lokale politiek voor gezien en werd lid van de Eerste Kamer wat hij tot 1980 zou blijven. Tussentijds werd hij in 1979 burgemeester van Hellevoetsluis, gevolgd door het burgervaderschap van Almere in 1986. Daar vond hij in 1993 zijn politieke zwanenzang vanwege een conflict met de wethouders van PVDA en CDA over declaraties van zijn onkosten en trad vervolgens af. Na zijn aftreden vond De Cloe emplooi in de advieswereld.